Moerbedden
De moerbedden zijn het basismateriaal van de onderstammenteelt. Als de temperatuur in het voorjaar oploopt, worden de ruggen van de moerbedden weer afgeploegd. Zo komen ze vrij te liggen, waardoor ze weer kunnen uitlopen.
De onkruidbestrijding in de moerbedden gebeurt hoofdzakelijk mechanisch door op het juiste moment een grondbewerking uit te voeren. Om het gewas gezond en vrij van ziektes en plagen te houden, wordt er om de tien dagen een preventieve bespuiting uitgevoerd. Als de planten groot genoeg zijn, wordt er een mengsel en turf en zaagsel opgebracht bij de voet van de plant, zodat hij hier makkelijk in kan wortelen. Om de plant blijvend rechtop te laten groeien wordt bij het frezen de grond naast de plant gelegd om deze op die manier te begeleiden. Voor het structuurbehoud van de grond worden de rijpaden ingezaaid met gras, zodat de rooimachine in de winter over een vaste bodem kan rijden.
De kunstmest wordt in vijf gelijkmatige giften gestrooid, zodat de plant gedurende het hele groeiseizoen voldoende voeding kan opnemen. In geval van droogte wordt beregend vanuit de bron.
In het winterseizoen worden de moerbedden machinaal gerooid.